Beschrijving
Beemster – Vijfduizend!! jaar oude klei
Rond het jaar 800 was het gebied van De Beemster bedekt met veen en liep het riviertje Bamestra door dit gebied. De Beemster heeft zijn naam te danken aan dit riviertje. Een aantal eeuwen later was De Bamestra uitgegroeid tot een een groot meer dat in verbinding stond met de zee. Dit veranderde toen een groepje Amsterdamse kooplieden en stadsbestuurders aan het begin van de 17e eeuw besloot het gebied droog te leggen, om zo het snel groeiende Amsterdam van voedsel te voorzien. De drooglegging werd gedaan met een 38 kilometer lange dijk en 43 molens en werd geleid door ingenieur Jan Adriaenszoon Leeghwater.
In 1612 was het gebied drooggemalen. Er werden wegen en sloten aangelegd en boerderijen gebouwd. Het strakke geometrische patroon waarmee dit gedaan werd, heeft De Beemster zo bekend gemaakt. Tegenwoordig worden de molens aangedreven door elektrisch aangedreven pompen en bestaat De Beemster uit meer dan vijftig stukjes met elk een eigen waterpeil, omdat de dorpsbewoners en de akkerbouwers in het gebied hun eigen eisen hebben aan de grond onder hun voeten, Dankzij deze unieke manier van waterbeheersing heeft De Beemster sinds 1999 een plek op de UNESCO lijst van werelderfgoederen.
De klei van De Beemster-bakkies is afkomstig uit de Middenbeemster. Dit is het oudste dorp in De Beemster, aangelegd in het middenkavel, vandaar ook de naam Middenbeemster. Op deze locatie is in 1669 korenmolen De Nachtegaal gebouwd, een van de oudst werkende korenmolens in Nederland. Tot op de dag van vandaag kan je er terecht voor meel en bloem.
Grondweetje:
De klei van deze kopjes komt van een bijzondere plek. Een plek in de Middenbeemster waar je zicht hebt op een vijfduizend jaar oud landschap en waar je bijna vier meter onder zeeniveau staat. De grond bestaat uit een oude klei, van toen het land nog niet gevormd was en De Beemster in zee lag. Door het dichtslibben van de Hollandse kustlijn werd ‘Hollandveen’ gevormd vanuit vergane plantenresten. Rond 1200 na Christus ontstonden door stormvloeden grote meren, zoals de Purmer, de Schermer en de Beemster. Door de drooglegging is de oude meerbodem aan het oppervlak komen te liggen, waardoor ook de vijfduizend jaar oude klei van deze kopjes zichtbaar werd.